Erkenning psychotherapie
Wat is een erkend psychotherapeut? Hoe kan je een erkend psychotherapeut vinden? En wat houdt de wet rond de erkenning van psychotherapie net in?
Wat is een erkend psychotherapeut?
Hoe een erkend psychotherapeut vinden?
Terugbetaling psychotherapie
Evolutie wet erkenning psychotherapie
Wat is een erkend psychotherapeut?
Sinds 1 september 2016 is het aanbieden van psychotherapie beschermd binnen de Belgische wetgeving.
Dit houdt in dat psychotherapie gegeven mag worden door twee groepen, opgedeeld op basis van hun vooropleiding en het tijdstip van opstart van hun opleiding:
Groep 1 die psychotherapie mag beoefenen
Alle personen die vanaf het academiejaar 2017-2018 hun studies aanvatten en aan de volgende voorwaarden voldoen:
- beschikken over een erkenning als arts, klinisch psycholoog of klinisch orthopedagoog
- een bijkomende specifieke opleiding in de psychotherapie van minimum 70 studiepunten (ECTS) gevolgd hebben aan een universiteit of hogeschool
- een professionele stage in het domein van de psychotherapie gevolgd hebben van minstens 2 jaar voltijdse uitoefening (of het equivalent in geval van deeltijdse uitoefening)
Groep 2 die psychotherapie mag beoefenen
Voor alle personen die reeds aan de slag zijn als psychotherapeut of die uiterlijk in het academiejaar 2016-2017 hun studies aanvatten worden verworven rechten voorzien:
- Personen die uiterlijk tijdens academiejaar 2015 – 2016 hun studies beëindigd hebben en:
- beschikken over een WUG-titel of over een niet-WUG-titel van minimaal bachelorniveau
- én een specifieke opleiding psychotherapie met vrucht beëindigd hebben
- Personen die op 1 september 2016 een specifieke opleiding in de psychotherapie hebben aangevat, of deze tijdens het academiejaar van 2016 – 2017 hebben aangevat en:
- beschikken over een WUG-titel of over een niet-WUG-titel van minimaal bachelorniveau
- én een specifieke opleiding psychotherapie met vrucht beëindigd hebben
- Personen die op 1 september 2016 een opleiding van minimaal bachelorniveau hebben aangevat, of deze tijdens het academiejaar van 2016 – 2017 hebben aangevat en:
- beschikken over een WUG-titel van minimaal bachelorniveau of over een niet-WUG-titel van minimaal bachelorniveau
- én een specifieke opleiding psychotherapie (70 ECTS) met vrucht beëindigd hebben
- én een professionele stage in het domein van de psychotherapie gevolgd hebben van minstens 2 jaar voltijdse uitoefening
Schema van de verworven rechten
(lees verder onder het schema)
Daarnaast blijven veel andere therapeuten en coaches zeer bekwaam in het geven van persoonlijke begeleiding. Naast een degelijke opleiding zijn namelijk ook ervaring, een therapeutische grondhouding en specifieke methodes of opleidingen bepalend voor een goede psycho-emotionele ondersteuning en het slagen van de begeleiding.
Blijf voelen welke hulpverlener jou aanspreekt en maak een keuze vanuit het totaalplaatje.
Terugbetaling psychotherapie
Sinds 2022 is er terugbetaling mogelijk bij selecte klinisch psychologen en orthopedagogen die deel uitmaken van de conventie. Het gaat echter slechts om een 20% van het totaal aantal hulpverleners binnen die groep. Sessies bij psychologen en orthopedagogen die geen deel uitmaken van de conventie, noch sessies bij psychotherapeuten, seksuologen etc. komen in aanmerking voor een terugbetaling via de verplichte ziekteverzekering.
Verschillende mutualiteiten voorzien wel terugbetaling bij een bredere groep hulpverleners, waaronder ook enkelen voor sessie bij een psychotherapeut.
Hier vind je een overzicht van de huidige mogelijkheden rond terugbetaling van psychotherapie.
Evolutie erkenning van psychotherapie
01/03/2018 - Er is al heel wat onduidelijkheid geweest rond de erkenning van psychotherapie de laatste jaren. De beslissing van het grondwettelijk hof op 01 maart 2018 zou nu duidelijkheid moeten brengen.
Waarom een arrest?
Op de omstreden wet kwamen heel wat tegenkantingen vanuit het werkveld en er werden verschillende pogingen ondernomen om de wet nietig te laten verklaren of te laten bijschaven. Dit om het werkveld van de psychotherapie ruim en omvattend te houden zodat alle cliënten de weg blijven vinden naar een gepaste hulpverlener.
Over welke elementen uit de wet de Block ging het in dit arrest?
De belangrijkste discussiepunten op een rij:
(bron: VVTIV – Beroepsvereniging voor psychotherapeuten in de Interactionele Vormgeving)
- De bepaling dat psychotherapie behoort tot de medische handelingen
- De ondervertegenwoordiging van niet-academische psychotherapeuten in de Federale Raad
- De definitie van psychotherapie (die niet concreet genoeg is)
- De bepaling van de sancties voor de onwettige uitoefening van de psychotherapie
- Discriminatie van privaatonderwijs t.o.v. universiteiten en hogescholen in het mogen aanbieden van opleidingen die tot het beroep van psychotherapeut kan leiden
- Het gebrek aan onderscheid tss enerzijds artsen, en anderzijds klinische orthopedagogen en psychologen.
Het grondwettelijk hof heeft nu beslist dat aankaartingen hieromtrent ongegrond zijn.
Wat betekent dit voor de psychotherapie?
Hiermee blijft de wet van Maggie De Block geldig. Met uitzondering van het schrappen van de overgangsmaatregel die voorheen wel goedgekeurd werd door het grondwettelijk hof.
Concreet houdt dit in dat:
- het uitvoeren van psychotherapie toegewezen wordt aan psychologen, orthopedagogen en artsen, tenzij je reeds psychotherapeutisch werk verrichtte voor 01/09/2016. Dan kan je je werk als psychotherapeut autonoom verder zetten.
- dat de psychotherapieopleiding die gevolgd wordt voldoet aan 70 ECTS punten én aangeboden wordt door een hoge school of universiteit.
Wat dient er nog te gebeuren?
De concrete uitvoeringsmaatregelen, individuele erkenningen, controlesystemen en terugbetalingsmogelijkheden dienen nog verder uitgewerkt te worden. Van zodra we nieuwe informatie ontvangen, kan je deze hier terugvinden. Volg ons ook op Facebook om op de hoogte te blijven van de vorderingen.
Overzicht
Hieronder vind je een tijdslijn met alle belangrijke gebeurtenissen van 2014 tot nu:
(bron: VVTIV – Beroepsvereniging voor psychotherapeuten in de Interactionele Vormgeving)
4 april 2014
De toenmalige regeringspartijen keuren de ‘Wet tot regeling van de Geestelijke Gezondheidsberoepen’ goed. Daarin wordt o.a. bepaald dat psychotherapeut een erkend beroep wordt. De belangrijkste basisvoorwaarden zijn: minimum houder zijn van een bachelor in een menswetenschappelijke richting en een therapie-opleiding van minstens vier jaar genoten hebben. Er zal een Federale Raad worden opgericht die gaat bepalen wie wel of niet het beroep mag uitoefenen. Psychotherapeutische handelingen moeten passen binnen de 4 psychotherapeutische referentiekaders. (psychoanalyse, cognitieve gedragstherapie, systeem- en gezinstherapie en de experiëntiële benadering). De wet zal ingaan op 1 september 2016
10 mei 2015
De ‘Wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen’ wordt goedgekeurd. Deze wet vervangt een verouderde wet uit 1967 en bepaalt onder welke voorwaarden iemand een gezondheidszorgberoep mag uitoefenen. Het gaat o.a. over beroepen zoals arts, tandarts, apotheker, vroedvrouw, kinesist en nog een aantal medische en paramedische beroepen. Afgekort spreken we vanaf nu over de ‘WUG-beroepen’
5 februari 2016
De ministerraad keurt onder impuls van Minister van Volksgezondheid Maggie De Block een aantal maatregelen goed ter ondersteuning van de wet van 4 april 2014. De hoofdzakelijke reden is dat deze wet buiten de hierboven beschreven WUG-wet valt, wat volgens de minister de uitvoering ervan heel omslachtig maakt. Eén van de voorstellen is dat psychotherapeut geen apart beroep wordt. Psychotherapie wordt beschouwd als medische handeling, die enkel door artsen, klinisch orthopedagogen en klinisch psychologen mag uitgeoefend worden.
Voor mensen die buiten deze drie beroepsgroepen vallen en momenteel het beroep van psychotherapeut uitoefenen, worden er overgangsmaatregelen voorzien.
10 juli 2016
Bovenstaande nijver resulteert kort daarna in de goedkeuring van de ‘Wet tot wijziging van de wet van 4 april 2014 tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen’, in de volksmond ook ‘de Wet de Block’ genoemd. In deze wet worden meteen de overgangsmaatregelen duidelijk geformuleerd: mensen die kunnen aantonen dat ze psychotherapie beoefenen en een opleiding psychotherapie gevolgd hebben of ten laatste academiejaar 2016-2017 gestart zijn met een opleiding, mogen dit na 1 september 2016 blijven doen. Het addertje: mensen met een WUG beroep mogen dit autonoom blijven doen, mensen die niet onder de WUG vallen, maar wel bv. een menswetenschappelijke basisopleiding hebben genoten mogen vanaf dan slechts ‘onder toezicht’ psychotherapie uitoefenen.
1 september 2016
De gewijzigde wet van 4 april 2014 gaat in voege.
Oktober 2016
Enkele verenigingen en individuele therapeuten (waaronder een aantal IV-ers) nemen een advocaat onder de arm om de wet de Block aan te vechten. Volgens hen is de wet in strijd met de grondwet. Er wordt een procedure opgestart voor het Grondwettelijk Hof met de vraag om de wet nietig te verklaren. Het argument is dat de wet ervoor zorgt dat mensen hun broodwinning verliezen.
16 maart 2017
De zaak komt voor bij het Grondwettelijk Hof. Die geeft de eisers deels gelijk wat leidt tot het arrest dat de vernietiging bepaalt van het artikel rond de overgangsmaatregelen. Vanaf nu mag elke psychotherapeut die vóór 1 september al actief was autonoom zijn beroep blijven uitoefenen.
Januari – februari 2017
Het blijft verzoekschriften regenen op het bureau van de griffier van het Grondwettelijk Hof. Naast het eerder vernoemde, hebben nog een aantal andere belangenverenigingen en individuen verzoekschriften ingediend omtrent bepaalde aspecten van de wet De Block. Deze zaken worden door het Hof samengevoegd (zie verder)
Augustus 2017
De regering Michel keurt een aantal begrotingsmaatregelen goed. In dit zomerakkoord is er een budget vrijgemaakt van 22,5 miljoen euro voor het terugbetalen van kortdurende behandeling voor mensen met matige psychische problemen. Mensen kunnen daarvoor terecht bij een klinisch psycholoog of klinisch orthopedagoog die door de overheid is erkend. Deze regeling zou ingaan eind 2018.
13 december 2017
De advocaten van de verschillende partijen worden gehoord op een openbare zitting.
1 maart 2018
Het Grondwettelijk Hof verklaart de eisen van de verzoekende partijen tot vernietiging of aanpassing van de wet De Block ongegrond. Er wijzigt dus niets.
Alle psychotherapeuten in Vlaanderen
Overgangsmaatregel erkenning psychotherapie opgeschort
Psychotherapeuten mogen hun praktijk blijven uitvoeren
03-01-2017. Dit werd op 22 december 2016 door het grondwettelijk hof bepaald door het arrest ivm de wettelijke uitvoering van psychotherapie. Volgens dit arrest mag de nieuwe wet niet leiden tot broodroof van personen die reeds een psychotherapeutische praktijk uitoefenden. De vooropgestelde overgangsmaatregel zou inhouden dat bestaande beroepspraktijken plots onwettig worden en dit kan niet.
Het wetsartikel over de uitoefening van de psychotherapie, aangaande de overgangsmaatregeling, is in afwachting van een definitieve uitspraak tijdelijk geschorst. Personen die vóór de inwerkingtreding van de nieuwe wet reeds psychotherapie uitoefenden, mogen dus terug hun praktijk autonoom voortzetten.
Met dit besluit wordt er gehoor gegeven aan de aanklacht van psychotherapeuten vanuit Wallonië en Vlaanderen, die vertegenwoordigd werden door advocaat Meester Letellier.
Bronnen:
https://www.bfp-fbp.be/nieuwsbericht/wet-geestelijke-gezondheidszorgberoepen
http://www.standaard.be/cnt/dmf20161223_02642899
http://www.psychology-integration.eu/2016/12/arrest-grondwettelijk-hof/
http://www.psychology-integration.eu/wp-content/uploads/2016/12/161229-N.pdf
http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2016/12/28/domme-psychotherapeuten-en-domme-patienten
Erkenning Psychotherapie: groen licht voor wetsvoorstel Maggie de Block
Wet op geestelijke gezondheidszorgberoepen
05-02-2016. Persmededeling. BRUSSEL.
Op voorstel van Maggie De Block, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, heeft de ministerraad enkele maatregelen goedgekeurd ter ondersteuning van de wet op de geestelijke gezondheidszorgberoepen. Zo wordt psychotherapie gedefinieerd als een behandelvorm voorbehouden aan klinisch psychologen, klinisch orthopedagogen en artsen; psychotherapeut wordt geen apart beroep. Minister De Block: “Hierdoor kunnen we de kwaliteit van de geestelijke gezondheidszorg nog beter garanderen aan onze patiënten.”
Tegelijkertijd komen er overgangsmaatregelen voor mensen die buiten deze drie beroepsgroepen vallen maar wel een opleiding psychotherapie volgen of hebben gevolgd.
Op 1 september 2016 wordt de wet van 4 april 2014 op de geestelijke gezondheidszorgberoepen van kracht. Minister van Volksgezondheid Maggie De Block werkte de voorbije maanden in overleg met het werkveld en met de andere regeringspartijen een reeks maatregelen uit om de wet bij te sturen en te vereenvoudigen, en ze voorzag ook in een reeks overgangsmaatregelen.
Psychotherapie als behandelvorm
In de wet van 4 april 2014 op de geestelijke gezondheidszorgberoepen werd de psychotherapie geregeld buiten de wet van 10 mei 2015 over de uitoefening van de gezondheidsberoepen (het vroegere KB
nr. 78). Dat maakte de uitvoering ervan evenwel erg omslachtig, waarop minister De Block besloot om de psychotherapie toch volledig binnen de wet van 10 mei 2015 te situeren. Niet als een apart gezondheidszorgberoep, maar als een behandelvorm die in eerste instantie wordt voorbehouden aan klinisch psychologen, klinisch orthopedagogen en artsen.
Hierdoor wordt de uitvoering van de wet op de geestelijke gezondheidszorgberoepen op het terrein een stuk transparanter. Bovendien sluit deze benadering naadloos aan bij het wetenschappelijke advies over psychotherapie dat de Hoge Gezondheidsraad in 2005 uitbracht, een advies dat de voorbije maanden uitdrukkelijk werd ondersteund door de verschillende universiteiten in ons land. Minister De Block: “Door psychotherapie als behandelvorm te definiëren en voor te behouden aan welbepaalde gezondheidszorgberoepen, kunnen we de kwaliteit van therapie nog beter garanderen, in het belang van onze patiënten.”
Overgangsregeling
Er komen ook ruime overgangsmaatregelen, zowel voor de gezondheidszorgberoepen als voor de niet-gezondheidszorgberoepen. Via deze regeling wordt de situatie op het terrein geregeld voor iedereen die al een opleiding psychotherapie heeft gevolgd, maar ook voor wie momenteel aan die opleiding bezig is of er ten laatste in het academiejaar 2016-2017 aan zal beginnen.
a) Gezondheidszorgberoepen: bachelors en masters die een psychotherapie-opleiding van 70 ECTS-studiepunten hebben gevolgd, aan het volgen zijn of aanvatten in het academiejaar 2016-2017 en succesvol afronden, mogen vanaf 1 september 2016 autonoom psychotherapie blijven verstrekken.
b) Niet-gezondheidszorgberoepen: bachelors en masters die een psychotherapie-opleiding van 70 ECTS-studiepunten hebben gevolgd, aan het volgen zijn of aanvatten in het academiejaar 2016-2017 en succesvol afronden, mogen na 1 september 2016 nog altijd psychotherapie verstrekken, maar enkel nog onder toezicht van een arts, een klinisch psycholoog, een klinisch orthopedagoog of een ander gezondheidszorgberoep uit categorie a.
Vanaf het academiejaar 2017-2018 wordt de toegang tot de uitoefening van psychotherapie beperkt tot artsen, klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen die een bijkomende opleiding psychotherapie volgen.
Klinische orthopedagogiek en adviesraden
Andere maatregelen ter ondersteuning van de wet van 4 april 2014 op de geestelijke gezondheidszorgberoepen betreffen de omschrijving van de klinische orthopedagogiek en de vereenvoudiging van het aantal raden. Dankzij een aangepaste omschrijving van hun beroep zullen klinisch orthopedagogen straks pedagogische diagnoses mogen uitvoeren. En doordat psychotherapie gedefinieerd wordt als een behandelvorm en niet als een apart beroep, vervalt de noodzaak om hier een afzonderlijke federale raad voor in te richten. Deze administratieve vereenvoudiging past perfect binnen de evolutie richting de afslanking van de overheidsdiensten.
De aanpassingen aan de wet geestelijke gezondheidzorg zijn samen met een pakket andere maatregelen gebundeld in de wet diverse bepalingen inzake gezondheid. De wet gaat nu voor advies naar de Raad van State en wordt daarna besproken in het parlement.